reisden om
- Geluid: reisden om (hulp, bestand)
- reis·den om
vervoeging van |
---|
omreizen |
reisden (...) om
- meervoud verleden tijd van omreizen
- Wij reisden om.
- Jullie reisden om.
- Zij reisden om.
- Wij reisden om.
- Het woord reisden om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.