reisde mee
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reisde mee (hulp, bestand)
Woordafbreking
- reis·de mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meereizen |
reisde mee
- enkelvoud verleden tijd van meereizen
- Ik reisde mee.
- Jij reisde mee.
- Hij, zij, het reisde mee.
- Ik reisde mee.
Gangbaarheid
- Het woord reisde mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.