Catalaans

enkelvoud meervoud
reina reinas

Zelfstandig naamwoord

reina v

  1. koningin


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈrej.na/
Woordafbreking
  • rei·na
enkelvoud meervoud
reina reinas

Zelfstandig naamwoord

reina v

  1. (regering) (adel) koningin
  2. (spel) koningin (schaken)

Werkwoord

vervoeging van
reinar

reina

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reinar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reinar