Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ge·ren·de

Werkwoord

vervoeging van: regeren
verbogen vorm: regerendee

regerende

  1. verbogen vorm van regerend, het onvoltooid deelwoord van regeren

Bijvoeglijk naamwoord

regerende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van regerend

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be