Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gel·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regelloosheid regelloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de regelloosheidv

  1. het regelloos zijn
    • De regelloosheid die heerste op de iederwijsschool was niet altijd goed voor het onderwijs proces. 

Gangbaarheid