regelloosheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gel·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regelloosheid | regelloosheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de regelloosheid v
- het regelloos zijn
- De regelloosheid die heerste op de iederwijsschool was niet altijd goed voor het onderwijs proces.
Gangbaarheid
- Het woord 'regelloosheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.