rectificar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rectificar |
rectificaba |
rectificado |
volledig |
rectificar
- rectificeren, rechtzetten, verbeteren
- rechtbuigen, recht maken
- slijpen
- gelijkrichten
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rectificar |
rectificaba |
rectificado |
volledig |
rectificar