raadplege
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raad·ple·ge
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
raadplegen |
raadplege
- aanvoegende wijs van raadplegen
Gangbaarheid
- Het woord 'raadplege' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "raadplege" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be