• prue·ba
enkelvoud meervoud
prueba pruebas

prueba v

  1. bewijsstuk, bewijs
  2. proef, test, toets
vervoeging van
probar

prueba

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van probar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van probar