Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prok·kel
enkelvoud meervoud
naamwoord prokkel prokkels
verkleinwoord prokkeltje prokkeltjes

Zelfstandig naamwoord

de prokkelv / m

  1. een ontmoeting tussen mensen met en zonder verstandelijke beperking
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
prokkelen

prokkel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prokkelen
    • Ik prokkel. 
  2. gebiedende wijs van prokkelen
    • Prokkel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prokkelen
    • Prokkel je? 

Gangbaarheid