processierupsbestrijder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ces·sie·rups·be·strij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord processierupsbestrijder processierupsbestrijders
verkleinwoord processierupsbestrijdertje processierupsbestrijdertjes

Zelfstandig naamwoord

de processierupsbestrijderm

  1. iemand die de eikenprocessierups probeert te bestrijden en de overlast die het diertje veroorzaakt aan te pakken
Synoniemen