prikten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prikten af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- prik·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afprikken |
prikten (...) af
- meervoud verleden tijd van afprikken
- Wij prikten af.
- Jullie prikten af.
- Zij prikten af.
- Wij prikten af.
Gangbaarheid
- Het woord prikten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.