Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prik·te door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorprikken

prikte door

  1. enkelvoud verleden tijd van doorprikken
    • Ik prikte door. 
    • Jij prikte door. 
    • Hij, zij, het prikte door. 


Gangbaarheid