preste
- pres·te
vervoeging van |
---|
pressen |
preste
- enkelvoud verleden tijd van pressen
- Ik preste.
- Jij preste.
- Hij, zij, het preste.
- Ik preste.
- Het woord preste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
prestar |
preste