postdatert
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- post·da·tert
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk gebruik van he voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord postdatere
- Werkwoord: Noorse bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel post-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -t
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | postdatert | - - - | - - - |
o enkelvoud | postdatert | |||
meervoud | postdaterte | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
postdaterte | - - - | - - - |
Bijvoeglijk naamwoord
postdatert
Werkwoord
har postdatert
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van postdatere
postdatert
- voltooid (verleden) deelwoord van postdatere
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- in·vi·tert
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk gebruik van he voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord postdatere
- Nynorske bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel an-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -t
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | postdatert | - - - | - - - |
o enkelvoud | postdatert | |||
meervoud | postdaterte | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
postdaterte | - - - | - - - |
Bijvoeglijk naamwoord
postdatert
Werkwoord
har postdatert
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van postdatere
postdatert
- voltooid (verleden) deelwoord van postdatere