• por·te-a·vi·ons
  • Imperatieve samenstelling van porter ("dragen") en avions ("vliegtuigen").
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  porte-avions     le porte-avions     porte-avions     les porte-avions  

porte-avions m

  1. (luchtvaart) vliegdekschip
    «L'affectation des porte-avions et de la force logistique dans la même zone opérationnelle permet une meilleure utilisation des forces d'escorte.»
    De ontplooiing van vliegdekschepen en logistieke krachten in dezelfde operationele zone laat een beter gebruik van escorttroepen toe.