poogden
- Geluid: poogden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpoɣdə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈpoχdə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈpoxdə(n)/
- poog·den
vervoeging van |
---|
pogen |
poogden
- meervoud verleden tijd van pogen
- Wij poogden.
- Jullie poogden.
- Zij poogden.
- Wij poogden.
- Het woord poogden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.