Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pompt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppompen

pompt (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppompen
    • Jij pompt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppompen
    • Hij pompt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oppompen
    • Pompt op!