poepdure
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- poep·du·re
Woordherkomst en -opbouw
- poepduur met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
poepdure
- verbogen vorm van de stellende trap van poepduur
- ▸ Deze winter heb ik alles wat te klein en oudmodisch is, weggedaan. (…) Het Leger des Heils was er blij mee. Poepdure broeken aan de reet van armoedzaaiers.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'poepdure' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Adriaan van Dis“Faits divers : Telefonade van een vraatzuchtige.” (13 februari 1984) op nrc.nl