• plus·doch·ters

de plusdochtersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord plusdochter
     Een handtas heb je voor het leven. Mijn Marc Jacobs is een tijdloze, zwarte lederen handtas. Ze heeft me 1.500 euro gekost. Later zal ik ze met veel trots doorgeven aan mijn plusdochters.[1]
  1.   Weblink bron
    Kim De Craene
    “'Het is niet omdat iets dicht kan, dat je er ook in past'” (6 september 2017) op nrc.nl