Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plot·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
plotten
plotte
geplot
zwak -t volledig

Werkwoord

plotten

  1. de positie van een schip of vliegtuig bepalen in de vorm van coördinaten
  2. meetwaarden als coördinaten in een grafiek weergeven
  3. afdrukken van lijnafbeeldingen met een plotter

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be