• plei·o·mor·fer

pleiomorfer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van pleiomorf
     Het beeld bij delirium is dus veel pleiomorfer en caleidoscopischer dan bij het dementiesyndroom het geval is.[1]
  1.   Weblink bron [file:///C:/Users/Gebruiker/Downloads/hoofdstuk-5-psychogeriatrie-bvgg-2.pdf Gearchiveerde versie]
    J. Godderis
    Het delirium (2002) in:
    Marcel Afschrift
    Geriatrie, Dagelijkse Praktijk : Deel 2. Klinische aspecten, 2e druk, Pfizer N.V., ISBN 9080429244, p. 271