plantten om
- Geluid: plantten om (hulp, bestand)
- plant·ten om
vervoeging van |
---|
omplanten |
plantten om
- meervoud verleden tijd van omplanten
- Wij plantten om.
- Jullie plantten om.
- Zij plantten om.
- Wij plantten om.
- Het woord 'plantten om' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.