plakten vol
- Geluid: plakten vol (hulp, bestand)
- plak·ten vol
vervoeging van |
---|
volplakken |
plakten (...) vol
- meervoud verleden tijd van volplakken
- Wij plakten vol.
- Jullie plakten vol.
- Zij plakten vol.
- Wij plakten vol.
- Het woord plakten vol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.