plakt dicht
- Geluid: plakt dicht (hulp, bestand)
- plakt dicht
vervoeging van |
---|
dichtplakken |
plakt (...) dicht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtplakken
- Jij plakt dicht.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtplakken
- Hij plakt dicht.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtplakken
- Plakt dicht!
- Het woord plakt dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.