plak aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plak aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanplakken |
plak aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken
- Ik plak aan.
- gebiedende wijs van aanplakken
- Plak aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanplakken
- Plak je aan?
Gangbaarheid
- Het woord plak aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.