Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pin·de vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastpinnen

pinde vast

  1. enkelvoud verleden tijd van vastpinnen
    • Ik pinde vast. 
    • Jij pinde vast. 
    • Hij, zij, het pinde vast. 


Gangbaarheid