Quechua

enkelvoud meervoud
pili pilikuna

Zelfstandig naamwoord

pili

  1. (eendvogels) eend


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • pi·li

Werkwoord

pili

  1. bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord pít: (zij) dronken
  2. bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord pít
Gelijkklinkende woorden
Typische woordcombinaties