Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pik·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppikken

pikte op

  1. enkelvoud verleden tijd van oppikken
    • Ik pikte op. 
    • Jij pikte op. 
    • Hij, zij, het pikte op. 


Gangbaarheid