piempampoentjes
- Geluid: piempampoentjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpimpɑmˈpuncəs / (4 lettergrepen)
- piem·pam·poen·tjes
- piempampoentje met uitgang -s
de piempampoentjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord piempampoentje
- ▸ (…) hij geeft mij het doosje met de piempampoentjes en dat steek ik in mijn broekzak.[1]
- Het woord 'piempampoentjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron A.H. van der Feen (ps.: F. de Sinclair)Eerste schooldagen in: De Gids., jrg. 107 nr. 2 (februari 1943), P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam, p. 106