Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pest·te weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegpesten

pestte weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegpesten
    • Ik pestte weg. 
    • Jij pestte weg. 
    • Hij, zij, het pestte weg. 


Gangbaarheid