perioden
- pe·ri·o·den
de perioden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord periode
- Het woord perioden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "perioden" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- peri·oden
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel peri-
perioden
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van periode
- peri·oden
Naar frequentie | 14325 |
---|
- Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel peri-
perioden
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van periode
- peri·oden
- Nynorske zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel peri-
perioden
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van periode
- peri·oden
- Zweedse zelfstandig-naamwoordvorm met het voorvoegsel peri-
Naar frequentie | 9465 |
---|
perioden
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van periode