pepparkaksgumma
- pep·par·kaks·gum·ma
- Samenstelling van de Zweedse zelfstandige naamwoorden pepperkaka en gumma met verval van één 'a' en met het invoegsel -s-
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
pepparkaksgumma, g
- een figuur van peperkoek in vorm van een oude vrouw