• pep·par·kaks·gub·be
  • Samenstelling van de Zweedse zelfstandige naamwoorden pepperkaka en gubbe met verval van één 'a' en met het invoegsel -s-
Naar frequentie 107007
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   pepparkaksgubbe     pepparkaksgubben     pepparkaksgubbar     pepparkaksgubbarna  
genitief   pepparkaksgubbes     pepparkaksgubbens     pepparkaksgubbars     pepparkaksgubbarnas  

pepparkaksgubbe, g

  1. een figuur van peperkoek in vorm van een oude man