• pel·sers

de pelsersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pelser


  • pel·sers

pelsers, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van pels


  • pel·sers
Naar frequentie > 50000

pelsers, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van pels