Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pees·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanpezen

peesde (…) aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanpezen
    • Ik peesde aan. 
    • Jij peesde aan. 
    • Hij, zij, het peesde aan. 

Gangbaarheid