paraparese

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  paraparese    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pa·ra·pa·re·se

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van parese met het voorvoegsel para-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	paraparese
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de paraparese v

1. (medisch) gedeeltelijke verlamming van de benen

Gangbaarheid

• Het woord 'paraparese' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.