• på·tref·fe
  • Afgeleid van het Noorse woord treffe met het voorvoegsel på-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
påtreffe
påtreffer
påtraff
påtruffet
Klasse 3 sterk

påtreffe (meestal in het passief gebruikt: påtreffes)

  1. overgankelijk aantreffen
    «Denne flotte boka har omtale av alle fuglearter som kan påtreffes i Norge vinterstid.»
    Dit prachtige boek bevat alle vogelsoorten die in Noorwegen tijdens de winter aangetroffen worden.