En påkjørsel.
Een kop-staartbotsing.


  • på·kjør·sel
  • Afgeleid van het Noorse woord kjørsel met het voorvoegsel på-.
Naar frequentie 38952
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   påkjørsel     m: påkjørselen
v: påkjørsla  
  påkjørsler     påkjørslene  
genitief   påkjørsels     m: påkjørselens
v: påkjørslas  
  påkjørslers     påkjørslenes  

påkjørsel m / v

  1. (verkeer) kop-staartbotsing
    «En mann døde etter påkjørsel
    Een man overleed na de kop-staartbotsing.


påkjørsel

  1. verouderde spelling of vorm van påkøyrsel tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, m / v

påkjørsel

  1. verouderde spelling of vorm van påkøyrsle tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, m / v