Nederlands

 
ovivoor die net een ei heeft gegeten
Uitspraak
Woordafbreking
  • ovi·voor
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het frans
enkelvoud meervoud
naamwoord ovivoor ovivoren
verkleinwoord ovivoortje ovivoortjes

Zelfstandig naamwoord

de ovivoorm

  1. (biologie) een organisme dat zich vooral voedt met eieren

Gangbaarheid

11 % van de Nederlanders;
15 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be