overvande
- over·van·de
Naar frequentie | 185101 |
---|
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overvande |
overvander |
overvandede |
overvandet |
volledig |
overvande
- overgankelijk te veel begieten
- overvand (gebiedende wijs)
- overvandende (onvoltooid deelwoord)
- overvandes (lijdende vorm)
- overvande in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk