overtreffende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·tref·fen·de
Bijvoeglijk naamwoord
overtreffende
- verbogen vorm van de stellende trap van overtreffend
Werkwoord
vervoeging van: | overtreffen |
overtreffende
- verbogen vorm van overtreffend, het onvoltooid deelwoord van overtreffen