overschreden
- over·schre·den
- vervoeging van overschrijden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
overschrijden |
overschreden
- meervoud verleden tijd van overschrijden
- Wij overschreden.
- Jullie overschreden.
- Zij overschreden.
- Wij overschreden.
- voltooid deelwoord van overschrijden
- Het woord overschreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.