Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·le·ve·ren·de

Werkwoord

vervoeging van: overleveren
verbogen vorm: overleverendee

overleverende

  1. verbogen vorm van overleverend, het onvoltooid deelwoord van overleveren

Gangbaarheid


Noors

Woordafbreking
  • o·ver·le·ve·ren·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel over-
Naar frequentie zeldzaam

Werkwoord

overleverende

  1. onvoltooid deelwoord van overlevere