Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·ge·brach·te

Bijvoeglijk naamwoord

overgebrachte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van overgebracht

Werkwoord

vervoeging van: overbrengen…
verbogen vorm: overgebrachtee

overgebrachte

  1. verbogen vorm van overgebracht, voltooid deelwoord van overbrengen

Gangbaarheid