• over·bluft
  • vervoeging van overbluffen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
overbluffen

overbluft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overbluffen
    • Jij overbluft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overbluffen
    • Hij overbluft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overbluffen
    • Overbluft! 
vervoeging van: overbluffen…
verbogen vorm: overblufte

overbluft

  1. voltooid deelwoord van overbluffen
93 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be