overblufte
- Geluid: overblufte (hulp, bestand)
- over·bluf·te
vervoeging van |
---|
overbluffen |
overblufte
- enkelvoud verleden tijd van overbluffen
- Ik overblufte.
- Jij overblufte.
- Hij, zij, het overblufte.
- Ik overblufte.
- verbogen vorm van overbluft, voltooid deelwoord van overbluffen
- Het woord overblufte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.