overbevolkte
- Geluid: overbevolkte (hulp, bestand)
- IPA: /ˈovərbəˌvɔləktə/
- over·be·volk·te
- overbevolkt met de uitgang -e
overbevolkte
- verbogen vorm van de stellende trap van overbevolkt
vervoeging van |
---|
overbevolken |
overbevolkte
- enkelvoud verleden tijd van overbevolken
- Ik overbevolkte.
- Jij overbevolkte.
- Hij, zij, het overbevolkte.
- Ik overbevolkte.
- verbogen vorm van overbevolkt, voltooid deelwoord van overbevolken
- Het woord overbevolkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.