ouragan
- ou·ra·gan
- Ontleend aan het Spaanse huracán, een leenwoord uit het Taino.
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
ouragan | l'ouragan | ouragans | les ouragans |
ouragan m
- (meteorologie) orkaan
- «Vers la fin du repas l’ouragan acquit une violence telle que le tumulte des éléments conjurés couvrit le bruit des conversations.[1]»
- Tegen het einde van de maaltijd bereikte de orkaan zo'n geweldige kracht dat het rumoer van de samenzwerende elementen het geluid van de gesprekken overstemde.
- «Vers la fin du repas l’ouragan acquit une violence telle que le tumulte des éléments conjurés couvrit le bruit des conversations.[1]»
- ↑ Gustave Aimard, Les Trappeurs de l’Arkansas (1858).