opspannen
- op·span·nen
- samenstelling van op en spannen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opspannen |
spande op |
opgespannen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
opspannen [1]
- overgankelijk op iets vastmaken (onder een zekere spanning)
- Door de drie punten wordt een vlak opgespannen
- Het woord opspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opspannen" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be