Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·stopt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van opstoppen: voltooid deelwoord

Werkwoord

vervoeging van: opstoppen…
verbogen vorm: opgestopte

opgestopt

  1. voltooid deelwoord van opstoppen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be